Vakantietijd loopt op zijn einde
dinsdag, 23 augustus 2016
In een analyse van de Olympische Spelen omschreef de Duitse filosoof Peter Sloterdijk de mens ooit als een “ontevreden dier”, ontevreden met zijn omgeving, maar vooral met zichzelf , met zijn lichaam en geest. Terwijl de dieren in een “horizonta
le” wereld leven, en zich concentreren op eetbare planten, prooi- en roofdieren of soortgenoten, wordt het menselijke bestaan gekenmerkt door “verticaliteit”: we willen boven onszelf en onze grenzen uitstijgen, onvoorstelbare prestaties leveren, een ongekende virtuositeit ontwikkelen. Dat kan achter een vleugelpiano of computer, aan een operatietafel of als sportman, maar altijd dankzij oefening, training en zelfarbeid. “Zo gaan onvoorstelbare prestaties tot het domein van het mogelijke behoren!” zegt Sloterdijk.
Daarbij worden we echter geconfronteerd met de beperkingen van onze fysiologie die de snelle veranderingen in de complexe economische en politieke wereld van vandaag niet kan volgen.
Onze fysiologie (software) is 200.000 jaar oud en eigenlijk gericht op jagen en door de steppen lopen.
- Pas 10.000 jaar geleden zijn we begonnen met landbouw (werken buiten),
- 250 jaar geleden zijn we begonnen met industrie (werken binnen)
- en 50 jaar geleden met informatie (werken aan bureau en later pc)
- de laatste decennia komen we in de informatiemaatschappij
- Maar evolutionair zijn die oude systemen nog actief in ons lichaam: Onze biologie kan de sociologische evolutie niet volgen.
Dit maakt dat we uit balans zijn en leiden aan allerlei chronische ziekten, mede veroorzaakt door de druk om te presteren en de bijhorende stress. In de hectische wereld van tegenwoordig hebben steeds meer mensen moeite om in evenwicht te blijven en hun innerlijke rust te bewaren. We worden dagelijks om de oren geslagen met economische onheilsberichten, politieke instabiliteit, zorgen over onze job, spanningen binnen relaties, zorgen om onze gezondheid, het geluk van onze kinderen, enz. Vrijwel ieder mens ondervindt de gevolgen van stress in zijn dagelijks leven.
Velen zoeken soelaas of ontspanning in vakantie om de batterijen weer op te laden. Eén maal terug op het werk is het echter alsof je nooit op reis bent geweest.
Humblina Robles Ortega van de Universiteit van Grenada omschreef het als een “postvakantiesyndroom”: een algemeen gevoel van onbehagen, veroorzaakt door de onmogelijkheid om zich na de vakantie weer aan te passen aan het werk.
Michiel Kompier van de Radboud Universiteit Nijmegen stelt dat mensen het moeilijk hebben om na een paar weken heerlijk flierefluiten terug blootgesteld te worden aan allerlei eisen en verwachtingen, waarbij het gevoel van vrijheid verdwijnt als sneeuw voor de zon. Vaak voelen mensen zich dan ook gespannen voor ze weer aan het werk gaan en slapen ze de nacht ervoor slecht in. Wat niet wegneemt dat het verontrustend is hoe snel we vervolgens weer veranderen in de bezige baasjes die we al waren voor we vertrokken.
Een andere studie “Lots of fun, quickly gone” – gepubliceerd in het vakblad “Work & Stress” wijst uit dat het vakantiegevoel piekt op dag 8 van de vakantie. Eenmaal terug op kantoor zijn de meeste vakantiegangers het gevoel binnen de week weer helemaal kwijt.
De Rotterdamse onderzoeker Jeroen Nawijn ontdekte dat het geluksgevoel juist voor de vakantie piekt: “blijkbaar start de voorpret voor de meesten weken tot zelfs maanden voordat de eigenlijke vakantie begint!”
Het maakt ook niet uit hoe je je vakantie invult, het gevoel is afhankelijk van je eigen voorkeur, het gaat over het terugkrijgen van controle over het eigen leven. Zelf aan de touwtjes trekken is een menselijke basisbehoefte. Idealiter is de vakantie een periode waarin je even helemaal de baas bent over je eigen tijd.
Terugkerend naar het begin van dit artikel. Vakantie is weliswaar heerlijk, wegvallend geluksgevoel of niet. De essentie is dat je voor jezelf een balans kunt vinden tussen verticaliteit en horizontaliteit, tussen inspanning en ontspanning, tussen doelen bereiken en genieten van het proces, tussen rationaliteit, emotionaliteit en lichamelijkheid.